Project

Integrale aanpak ammoniak en methaan

(© Aeres Hogeschool)
Samenvatting
  • Projectstatus
    Lopend
  • Thema
    Duurzame melkveehouderij
  • Projectregeling
    PVG
De komende jaren moeten we de uitstoot van ammoniak en methaan uit de melkveehouderij verminderen om verschillende redenen, waaronder het klimaat, de natuur en de volksgezondheid. Het beheer van grasland en de voeding van het vee spelen een belangrijke rol bij de uitstoot van deze gassen, en dus ook bij het verminderen ervan.

Er moet een verandering in denken en handelen plaatsvinden bij (toekomstige) melkveehouders en andere betrokkenen. Om concrete stappen te kunnen nemen, is het belangrijk dat veehouders zich bewust zijn van de uitstoot op hun bedrijf en geschikte, haalbare strategieën krijgen aangereikt. Ook is het belangrijk dat partijen zoals overheden, belangenorganisaties, zuivelorganisaties en de veevoersector deze strategieën actief ondersteunen. Helaas missen melkveehouders op dit moment nog concrete richtlijnen die leiden tot een geïntegreerde vermindering van ammoniak- en methaanuitstoot. De milieueffecten, haalbaarheid binnen de bedrijfsvoering en kosten zijn nog onzeker en/of onduidelijk. Dit belemmert de verandering van gedrag.

De centrale vraag in dit project is dan ook: “Hoe kunnen jonge en toekomstige melkveehouders en adviseurs worden voorzien van kennis en motivatie om via grasland- en rantsoenmanagement lagere ammoniak- en methaanemissies te realiseren?” Hierin bevinden zich twee belangrijke thema's: de ontwikkeling van handelingsperspectieven voor veehouders, en het faciliteren van gedragsverandering en de bijbehorende mindset.

Handelingsperspectief

De samenstelling en kwaliteit van het totale rantsoen spelen een sleutelrol bij handelingsperspectieven voor veehouders. Als het rantsoen niet is afgestemd op de behoefte van de koe gaat dit ten koste van de gezondheid en het welzijn van de koe en van de melkproductie. Er is ook een direct verband tussen de voeding van koeien en emissies. Er is veel onderzoek gedaan naar mogelijkheden om reductie van ammoniak- en methaanemissies te realiseren via grasland- en veevoedingsmanagement. Dit heeft geresulteerd in potentieel bruikbare emissiereducerende maatregelen. Echter, het ontbreekt aan praktijkonderzoek in bedrijfsverband waar onderzocht wordt hoe melkveehouders met deze potentieel bruikbare maatregelen omgaan. Er is daarom nog veel onzekerheid over de te bereiken effecten en over mogelijke afwentelingen en neveneffecten, waardoor keuzes voor veehouders worden bemoeilijkt. Dit project gaat de effecten van perspectiefvolle handelingsperspectieven in de praktijk testen.

Mindset

Naast kennis is ook de mindset van de veehouder cruciaal bij het nemen van beslissingen en verandering van gedrag. Decennialang was maximalisatie van productie het hoofddoel. Nu komen daar klimaat- en andere milieu- en duurzaamheidsdoelen bij. Dit betekent een omslag in denken. Om doeltreffende handelingsperspectieven te ontwikkelen is allereerst inzicht nodig in de mindset van veehouders en de belemmeringen en knelpunten om emissiedoelen via het voerspoor te bereiken. Het betekent ook dat er nieuwe wegen gezocht moeten worden die leiden tot verandering op het boerenbedrijf. Gezien de complexiteit en de vele belangen die spelen, is hiervoor een gezamenlijke inspanning van ketenpartijen nodig. Dit project brengt partijen bij elkaar om gezamenlijk de belemmeringen te bespreken en oplossingen te vinden en zo te werken aan een omslag in denken.

Een omslag in denken en gedragsverandering ontstaat niet vanzelf. Dit is een doorlopend proces van een leven lang leren, ontwikkelen en ervaren. Daarom richt het huidige project zich in het bijzonder op de toekomstige veehouders en adviseurs, de huidige studenten en leerlingen en jonge melkveehouders. Toepassing van nieuwe kennis op het vlak van emissiereductie vraagt veel van jonge ondernemers. Ze worden uitgedaagd andere dingen te doen dan ze van huis uit hebben meegekregen. Dit vraagt een andere mindset en een nieuwe aanpak.

Het project

In het project, dat is opgezet is door groene hbo's i.s.m. groene mbo's, jonge melkveehouders en sectorpartners, komen de genoemde thema's aan bod in vijf samenhangende werkpakketten:

  1. Van inzichten naar handvatten (handelingsperspectief)
  2. Testen van handvatten in de praktijk (handelingsperspectief)
  3. Kansen, drijfveren en barrières (gedragsverandering)
  4. Samenwerken voor integrale oplossingen (gedragsverandering)
  5. Onderwijsontwikkeling en kennisdeling

Bij de uitvoering ligt de focus op jonge en toekomstige melkveehouders en bedrijfsadviseurs/erfbetreders. Via de hbo's en mbo’s is er direct contact met deze groep (alumni en huidige studenten). Handelingsperspectieven uit wetenschappelijk onderzoek worden omgezet naar praktische handvatten. Vervolgens worden deze door studenten en docentonderzoekers in de praktijk getest op melkveebedrijven met verschillende grondsoorten en bedrijfsintensiteiten.

We proberen een goed beeld te krijgen van de mindset van veehouders en erfbetreders. Het is belangrijk om kansen, drijfveren en barrières bij hen te begrijpen. Door zowel aan het begin als einde van het project te meten wordt zichtbaar welk effect er in vier jaar is opgetreden. Tijdens het project wordt een omslag in denken en handelen verder actief gestimuleerd door enerzijds participatief onderzoek samen met de veehouder en zijn/haar omgeving en anderzijds door onderwijs en training.

Contactpersoon CoE Groen: Willieanne van der Heijden; Aeres Hogeschool (Business Developer Dier)

Dit onderzoek is medegefinancierd door Regieorgaan SIA, onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en het Ministerie van LNV.