Koolstof als Kans
Projectstatus
Lopend
Regio
Nederland
Thema
Koolstofvastlegging
Projectregeling
Praktijkkennis voor Voedsel en Groen
Duurzaam beheerde landbouwbodems bevorderen de bodemvruchtbaarheid, zijn beter bestand tegen klimaatverandering, zorgen voor schoner oppervlakte- en grondwater, een hogere biodiversiteit en het vastleggen van koolstof.
Recent onderzoek laat zien dat er mogelijk een nieuwe indicator is voor koolstofvastlegging: Mineral Associated Organic Matter (MAOM) in relatie tot Particulate Organic Matter (POM). Het microbiële bodemleven is de belangrijkste regulator van de koolstofcyclus in de bodem en de omzetting van organische stof in POM en MAOM. Bij de microbiële afbraak van organisch materiaal, zoals gewasresten (blad en wortels), wortelexudaten, organische mest of compost, worden grote koolstofverbindingen enzymatisch afgebroken tot kleine koolstofverbindingen, die dienen als voedsel voor het bodemleven. Deze kleine koolstofverbindingen en de resten van afgestorven micro-organismen kunnen gemakkelijk worden gebonden en ingekapseld door kleideeltjes (MAOM). Daarmee zijn ze fysisch afgeschermd voor verdere afbraak en dus stabiel.
De vorming van MAOM wordt sterk gestuurd door de samenstelling van zowel het aangevoerde organische materiaal als van het bodemleven. In de praktijk betekent dit dat de keuzes die een agrariër maakt in het bouwplan (gewaskeuze) en bodembeheer (o.a. organische stofaanvoer en grondbewerking) grote invloed hebben op de vorming van MAOM en daarmee op de koolstofvastlegging.
Het onderzoek in dit project richt zich op metingen aan POM en MAOM in praktijksituaties en langlopende systeemproeven, het berekenen van de koolstof- en stikstofdynamiek en een DNA-analyse van het bodemmicrobioom. In combinatie met een knelpuntenanalyse in praktijksituaties kan dit inzicht geven in het handelingsperspectief voor agrariërs om duurzaam bodem- en waterbeheer te combineren met koolstofvastlegging op minerale grondsoorten.
Contactpersoon CoE Groen:Jan-Willem Donkers (Business Developer Plant)
Dit onderzoek is medegefinancierd door Regieorgaan SIA, onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en het Ministerie van LVVN.